De gedachte pikte ik op uit het essay ‘Heilige Strijd’ van Beatrice de Graaf.
Bij haar beschrijving van een religieuze benadering van veiligheid verwijst zij naar Ezechiël 34 vers 28. In het betreffende hoofdstuk uit dit Oudtestamentische Bijbelboek gaat het over de leiders van Israël die als herder het volk moeten leiden en beschermen. Deze bescherming is tegen wolven en dergelijke. Maar de leiders van Israël blijken valse herders te zijn. Hun leven verrijken zij ten koste van de kudde.
Wat we in dit hoofdstuk zien is tweeledig. Daar zijn de wolven. Zij staan voor het kwaad van buiten. Daarnaast zijn er de valse herders. Zij symboliseren het kwaad van binnenuit. Het kwaad van buiten is een reëel gevaar. De wolven zijn er en kunnen zo opdoemen. Maar het gevaar van binnenuit is ook werkelijk. Misschien zelfs wel meer verwoestend. In ieder geval minder zichtbaar. Want valse herders lijken net echte herders.
In onze westerse samenleving is er veel nadruk op het gevaar van buitenaf. Er is veel waar mensen angst voor hebben. De angst voor terroristische aanslagen. De angst voor de gevolgen van de klimaatverandering. De angst voor het verliezen van de nationale identiteit. De angst voor verlies van privacy.
Een gevolg is dat we ons gaan bewapenen. Niet met revolvers en geweren zoals in de Verenigde Staten, maar het is wel hetzelfde principe. In Amerika is het recht om een wapen te dragen diep verankerd in de wet. Je moet je immers kunnen verdedigen als burger. In de uitgestrekte delen van Amerika is dit ook nog wel te begrijpen.
Zo is het ook begrijpelijk dat wij er alles aan doen dat wij niet getroffen worden door een terroristische aanslag. Dat we gevolgen van de klimaatverandering voor blijven. Wie vreest dat de nationale identiteit steeds meer te grabbel wordt gegooid zal er alles aandoen om Neêrlands trots hoog te houden en vreemde elementen uit de cultuur te weren. Zo wapenen we ons tegen het gevaar van buitenaf.
Maar er is niet alleen gevaar van buitenaf. Misschien moeten we ons wel meer bewust zijn van het gevaar van binnenuit. Ik denk vooral aan populisme en polarisatie. Een groot aantal leiders van politieke partijen zegt de stem van het volk te laten klinken om tegen de elite in te gaan. Al die populisten zorgen ervoor dat de tegenstellingen tussen verschillende bevolkingsgroepen versterkt wordt. Interne verdeeldheid wordt gecreëerd. Deze polarisatie zorgt ervoor dat in de samenleving mensen harder tegenover elkaar komen te staan. Burgers staan tegenover burgers. Voor een land is dit desastreus. Onderlinge verdeeldheid maakt een land zwak. Dan kunnen we ons nog zo goed verdedigen tegen gevaar van buitenaf, maar dan schieten we onszelf in de voet.
Misschien zijn de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 een goed begin. Laten we beginnen om de stem niet te geven aan politieke leiders die de inwoners van ons land uiteendrijven. Het vakje voor de naam van die persoon moeten we rood kleuren die zoekt naar en werkt aan een samenleving waar respect is en saamhorigheid. Ons land heeft leiders nodig die bijeenbrengen en verbinden. Het is de hoogste tijd dat we gaan polderen.
Het waterbeheer in de Nederlandse polders laat zien hoe dat moet. Het water moet niet te hoog staan, zodat het land drassig en onbegaanbaar is. Maar het waterpeil moet ook niet te laag wezen, want dan klinkt het land in. Het gaat om het juiste evenwicht. Zo zal ook in de politiek en in de hele Nederlandse samenleving weer gezocht moeten worden naar een evenwicht, zodat Nederland in alle opzichten op niveau blijft en begaanbaar.