Geachte dominee,
Als u het druk hebt, beschouw deze mail dan alstublieft als niet verzonden, want ik wil geen beslag leggen op uw kostbare tijd. Maar als u wel iets tijd over hebt, zou ik u graag het volgende willen vragen.
U hebt afgelopen keer meegedaan met fveh. En zo te zien, u fietst vaker, hebt een goede conditie. Hoe doet u dat als dominee? dit alles even helemaal los van het evenement.
Voor mij is sport en geloof een heel moeilijk vraagstuk. Kunt u misschien wat handvatten aanreiken?
Ik merk dat sport op welke manier dan ook, zo gemakkelijk mijn gedachten in beslag neemt. En dan met name, mijn eigen ik. Want ik wil graag fit zijn, een goede conditie hebben, gezond leven. En er goed uitzien. Misschien niets mis mee. Maar leef ik dan tot Gods eer? want het gaat om mezelf. Dat voel ik wel. Maar als ik onbekeerd leef, leef ik ook al niet tot Zijn eer.
Maar betekent dat dan dat je niets mag doen om je conditie op te bouwen? want hierdoor ga je een stapje verder dan gewoon even een rondje fietsen? Ik begrijp heus wel dat we niet naar de olympische spelen hoeven. Maar ik voel de sport god al veel dichterbij. in mijn eigen hart. Want ik wil het wel graag. Maar weet de grens zo moeilijk.
Hoe gaat u daarmee om? In de Bijbel vind ik daar zo weinig over. Graag hoor ik u reactie.
mvrgr
Graag neem ik de tijd om je vraag te beantwoorden. Jouw vraag zette ook mij weer aan het denken. Het is wel een lang antwoord geworden. Is het te lang, dan kun je je ook beperken tot het laatste stukje over 1 Timotheüs 4:8. Ik ben wel benieuwd of je handvatten hebt gekregen.
Terecht geef je in je mail aan wat het belangrijkste is voor een mens. Bekeerd leven. De Heere God heeft de mens geschapen om tot Zijn eer te leven en Zijn schepping te onderhouden. Alleen de zonde maakt dat een mens tot eigen eer is gaan leven. Daarom moet een mens bekeerd worden.
De bekering van een zondig mens is ten diepste Gods werk. Vooral zichtbaar in het gegeven dat Jezus Christus hiervoor Zijn leven gaf. Hij heeft de straf betaald en de mens vrijgekocht uit de macht van de zonde. Het antwoord van de mens hier behoort bekering te zijn en een leven tot Gods eer.
Het is een stap die de mens niet zomaar maakt. We zijn zo gewoon om tot eigen eer te leven en dat bevalt prima. Het is dan ook de Heilige Geest die moet overtuigen van zonde en die de mens tot inkeer wil brengen. Het is iets dat mag gebeuren onder het Woord. Dit is het allerbelangrijkste dat aan een mens moet geschieden.
Wanneer een mens door het horen van Gods Woord het Evangelie mag aannemen tot geloof mag komen, zal uit dankbaarheid, maar ook omdat de mens hiervoor geschapen is, de Heere gediend behoren te worden. Leven tot Zijn eer en geen andere goden dienen.
Nu geef je aan dat je de god van de sport heel dichtbij voelt. Ik neem aan dat je bedoelt het verlangen om te sporten. Hierbij heb je het idee dat de wens om fit te zijn, een goede conditie te hebben, gezond te leven en er goed uitzien gedachten zijn om het sporten te rechtvaardigen. Leef je dan tot Gods eer.
Wanneer we tot Gods eer willen leven en zo willen bouwen op het fundament dat Christus is, dan behoort God op 1 te staan. Wanneer we het lijstje verder zouden willen invullen, dan staat op gepaste afstand het gezin op 2. Vervolgens het werk op 3 en als 4e de kerk. Hobby’s zouden we er als 5e achteraan kunnen voegen.
Niets mag God van de eerste plaats afstoten, maar werk en kerk en hobby’s mogen ook niet ten koste gaan van het gezin. Precies zoals kerk en hobby’s niet ten koste van het werk mogen gaan.
Wanneer het gaat om hobby’s, dan hebben we het over bezigheden in de vrije tijd. Wanneer het noodzakelijk en nodige gepasseerd zijn. Hierbij wil ik alle soort van hobby’s betrekken. Niet alleen sporten, maar ook het aanleggen van verzamelingen, het lezen van boeken, het luisteren naar muziek, het bijwonen van concerten, gamen en welke hobby’s iemand ook maar mag hebben. Ik wil er dan ook voor waken om de ene hobby hoger in te schalen dan een andere. Waarom zou iemand die iedere week meerdere orgelconcerten bezoekt beter bezig zijn dan iemand die tweemaal per week hardloopt. De keuze van een hobby is in de betreffende mens. Iets dat duidelijk zichtbaar is bij kinderen. Sommige kinderen kunnen uren stilletjes aan het spelen zijn of boeken lezen. Andere kinderen kunnen nog geen minuut stil zitten, maar zijn altijd bezig. Sommige vinden hun bezigheid in knutselen. Maar wie niet handig is zal het elders moeten zoeken. Bijvoorbeeld in de sport. Daar is niets mis mee.
Wezenlijk is dat de hobby niet gaat overheersen. Creatief plannen is niet erg, maar niet op de verjaardag van je kind afwezig zijn, omdat je iedere dinsdagavond altijd gaat sporten en dus die avond ook. Je kunt het niet maken om de tweede dienst te missen omdat je het druk hebt met de studie, terwijl je de week ervoor veel tijd gestoken hebt in de hobby.
Iedere hobby zal zijn plek moeten kennen. Al speelt er bij sport nog wel iets anders mee. Gezond leven. Fit zijn. Een goede conditie. Er goed uitzien. Zelf sport ik om verschillende redenen. Ik heb in het verleden veel gesport en zelfs een jaar op de Academie Lichameliljk Opvoeding gezeten. Ik was niet iemand van stil zitten en boeken lezen of naar muziek luisteren. Dit ben ik nog steeds niets. Iemand die van klassieke muziek houdt en niet van sporten en die zegt dat sporten niet christelijk is, neem ik op dit punt niet serieus. Het is evenzo goed een hobby.
Daarnaast merk ik dat het goed voor me is. Zowel voor me longen, als voor mijn rug, als ook voor mijn hoofd. In het licht dat ik goed voor mijn lichaam moet zorgen en moet zorgen dat ik mijn aardse taken goed kan doen, werkt sporten ten positieve mee. Tegelijk zijn er dus grenzen. De sport moet niet gaat over heersen en er goed uitzien moet niet betekenen dat we andere mensen (ver)oordelen op hun uiterlijk.
Want ik ook ervaar is dat ik het wielrennen kan gebruiken in mijn werk. Het zorgt voor contacten met randkerkelijken. Het biedt mogelijkheden tot pastorale gesprekken. Daarnaast biedt het de mogelijkheid voor het leiden van dienst zoals bij Fiets voor een huis in Valloire en voor mijn betrokkenheid bij de Toer voor het goede doel.
Wanneer een hobby zoals wielrennen de juiste plek inneemt, mag het daarom best iets meer zijn dan een rondje fietsen. Want dat is geen hobby. Zelfs al zou het je wel op de Olympische Spelen brengen, hoeft het niet verkeerd te zijn. Ik begreep dat Anna van der Breggen lid was van de Gereformeerde kerk Vrijgemaakt in Hasselt (ov). Al is de kans dan wel groter dat het gaat over heersen en de Heere van de troon stoot.
Bij al de overwegingen geeft een tekst als 1 Timotheüs 4:8 de goede richting aan. Hier staat: “Want de oefening van het lichaam is van weinig nut, maar de godsvrucht is nuttig voor alle dingen, omdat zij de belofte van het tegenwoordige en van het toekomende leven heeft” (HSV). Paulus bedoelt hiermee dat de oefening van het lichaam alleen voor het lichaam nut heeft en dus tijdelijk is, terwijl de godsvruchtig voor nu en voor in de toekomende eeuw nuttig is. Wanneer dit in het achterhoofd zit bij het sporten, dan kan het niet gaan overheersen, maar word je telkens weer bepaald bij de godsvrucht; het leven tot eer van de Heere God.
Een mooi voorbeeld van de combinatie geloof en sport vinden we bij de Rugbyers van Fiji. Zij zingen na het behalen van de gouden olympische medaille een gospelnummer en gaan aansluitend in dankgebed.
By the blood of the Lamb
And the word of the Lord
We have overcome (2x)