Vanuit het bekende adagium ‘Live and let live’ kwam ik terecht bij de Britse Rockgroep 10CC. Een lp van hen heet ‘Live and let live’. Het is in 1977 uitgekomen. Benieuwd volgde ik de link naar een Wikipediapagina. Mijn oog viel op de titels van de songs die op kant 1 van de lp staan. Vooral het eerste lied trok mijn aandacht. The second setting for the last supper. Vrij vertaald zegt de titel dat het lied gaat over de tafelschikking wanneer voor de tweede keer het Laatste Avondmaal gevierd wordt.

Het Laatste Avondmaal verwijst naar een gebeurtenis uit het leven van Jezus Christus. In de Evangeliën Mattheüs, Markus, Lukas en Johannes kun je hierover lezen. Het is de laatste maaltijd die Jezus met Zijn discipelen heeft. Vlak er na zal Hij gearresteerd worden en zal Hij overgeleverd worden in de handen van de Romeinen om gekruisigd te worden. Iets dat gebeurd is rond het jaar 33. Jezus stierf aan het kruis en Zijn gestorven lichaam werd in een graf gelegd. Een graf dat bewaakt werd door Romeinse soldaten omdat er een vermoeden was dat de volgelingen van Jezus Zijn lichaam zouden stelen. Alleen deze volgelingen hielden zich angstig verborgen in een huis. Toch blijkt op de derde dag dat Zijn lichaam verdwenen is. De steen voor het graf is weggerold en het graf is leeg.

Binnen het christelijke geloof wordt geleerd dat Jezus na Zijn sterven aan het kruis op de derde dag is opgestaan van de dood. Zijn opstanding is de overwinning op de dood. Zijn sterven aan het kruis is Zijn overwinning op de zonde en de duivel. Wie in Jezus gelooft mag weten dat hij verlost is van de zonde, omdat Jezus de straf er voor gedragen heeft. Zo is een gelovige verlost van de zonde en vrijgekocht uit de macht van de duivel.

10CC geeft in het lied aan te verlangen naar een tweede laatste avondmaal. Ze verlangen vooral naar de vervulling van de beloften. Ze zien er zo weinig van en het is al bijna 2000 jaar verder. Kan Jezus niet terugkomen of is er een andere goeroe die wel de beloften kan vervullen. In ieder geval staat de tafel gereed. Ook weten ze al wie er aan moeten zitten. De arme zwarte bevolking, de zwerver en zij die door drugs omkomen.

Het lied is mij in 1977 ontgaan, maar als jong jongetje zal ik er ook niet veel van begrepen hebben. Nu herken ik het verlangen van veel mensen naar een vreedzame samenleving waar niemand op welke manier dan ook achtergesteld wordt of kapot gemaakt wordt. Daarbij moet gezegd worden dat er in de afgelopen 40 jaar nog niet veel veranderd is. Zeker in de Verenigde Staten is een groot deel van de zwarte bevolking arm. Zwervers kennen we ook nog steeds. Al denken we momenteel vooral aan de vele vluchtelingen en asielzoekers. Ook kost drugs nog regelmatig het leven van een jong mens.

Wanneer komt dat land van melk en honing? 10CC gebruikt hier een Bijbelse zegswijze voor een land dat voorspoed geeft. Het is de belofte die de Heere God aan Abraham, de aartsvader van het volk Israël gedaan heeft. Zijn nageslacht zou in het beloofde land wonen. Een land overvloeiende van melk en honing. Deze vraag doe mij denken aan 2 Petrus 3 vers 8 tot 10.

8 Maar laat vooral dit u niet ontgaan, geliefden, dat één dag bij de Heere is als duizend jaar en duizend jaar als één dag.
9 De Heere vertraagt de belofte niet (zoals sommigen dat als traagheid beschouwen), maar Hij heeft geduld met ons en wil niet dat enigen verloren gaan, maar dat allen tot bekering komen.
10 Maar de dag des Heeren zal komen als een dief in de nacht. Dan zullen de hemelen met gedruis voorbijgaan en de elementen brandend vergaan, en de aarde en de werken daarop zullen verbranden.

Petrus, die bij het Laatste Avondmaal aanwezig was, die weet dat er ook in zijn tijd al mensen waren die zich afvragen waar de vervulling van de belofte bleef. Hij merkt op dat de tijd voor God anders werkt. Eén dag bij de Heere is als duizend jaar en duizend jaar als één dag. Ook moet er niet gezegd worden dat God de vervulling van de belofte vertraagt. Hij vertraagt niet, maar heeft juist geduld. Hij heeft geduld omdat hij wil dat ook mensen die nog niet geloven in Jezus Christus dit gaan doen en daardoor behouden zullen worden door Jezus’ sterven aan het kruis en Zijn opstanding uit de dood. Toch zal eens de dag aanbreken dat Jezus terugkomt. Wanneer? Dat is aan de Heere. Maar dat die dag komt is zeker. Al het kwaad dat op aarde gevonden zal worden, zal verbrand worden. De aarde zal gezuiverd worden en een ieder die van Jezus is zal eeuwig mogen leven op de nieuwe aarde.

December is de maand waarin officieel de winter begint. Maar zo koud is het meestal niet in de laatste maand van het jaar. Een witte kerst is zo sporadisch, dat het lijkt op Sinterklaas vieren bij 30 graden Celsius. Sommige jaren laat de winter zelfs een hele winter op zich wachten. December is niet bar koud.

Eigenlijk is december zelfs een hele warme maand. Immers, december is de feestmaand. Sinterklaas, kerst, oud en nieuw. We hoppen van feest naar feest. Het kan niet op. Cadeautjes die uitgepakt worden. Flessen wijn die ontkurkt worden. Maaltijden die bereid worden. Als de klap op de vuurpijl zijn er ook nog de oliebollen. Warmte alom en niet alleen door de gezellige kaarsjes die branden.

 

Alleen er zijn in de decembermaand zoveel mensen alleen. Mensen die geen cadeautjes uitpakken, omdat Sint hen voorbijgaat. Mensen die niet gezellig een glaasje drinken, omdat er alleen toch niets aan is. Mensen die maar snel een maaltijd op tafel zetten, omdat alleen eten niet te lang moet duren. Dit terwijl het eten van de oliebollen die gekocht zijn wel lang duurt, want in je eentje is zo’n voordeelzak niet gelijk leeg. Voor al deze mensen is december koud en kil. Ze wandelen door grijze straten in een grijze stad. Eenzaam door de nacht, terwijl in passerende huizen het feest voortgaat tot in de kleine uurtjes.

 

In het boek Les Miserables van Victor Hugo komen we zo’n iemand tegen. Het is Cosette. In de gelijknamige musical loopt zij alleen door de straten. Hierbij beeldt ze zich in dat er iemand naast haar loopt. Wie het is weet zij niet. Tenminste, zij kent zijn naam niet. Ze weet wel dat ze verliefd is en dat hij haar warme gevoelens bezorgd. Ze beeld het zich allemaal in, maar het is voor haar heel reëel. Zij heeft hem lief. Al is ze dan alleen.

 

Zo kunnen herinneringen en verlangens kleur geven aan het leven. Het maakt het allemaal iets makkelijker. Al is het mogelijk niet veel makkelijker. Het blijft donker en grauw. Maar struinend door de straten mag een ster aan de hemel herinneringen oproepen aan een verhaal van langgeleden. Ooit gehoord over 3 mannen die een ster volgden en uitkwamen bij een eenvoudig huisje. Daar vonden ze een vrouw en een Kind. Voor Hem hadden zij goud, wierook en mirre meegenomen. Deze drie mannen wisten dat dit Kind de Koning van de Joden was. Hij was armoedig geboren. In Bethlehem kwam hij ter wereld en nadat hij in doeken gewikkeld was, werd hij in een kribbe gelegd. Voor dit Kind was er geen plaats in de Herberg. Aan het einde van Zijn leven was Hij van God en mens verlaten. Eenzaam aan een kruis stierf Hij, terwijl Hij uitriep: “Mijn God, mijn God waarop hebt u Mij verlaten”.

 

In Zijn leven heeft Hij nooit kerst gevierd en ook geen Sinterklaas, maar Hij heeft er wel voor gezorgd dat in het leven van ieder mens de zon kan gaan stralen.

 

Dit mag de maand december in een heel ander licht zetten. Het mag de leegte in ons leven vullen. Want in december vieren we met kerst dat de Schepper van hemel en aarde naar ons toe gekomen is. God is mens geworden. Hij laat ons niet alleen, maar wil ons tot Zich trekken, zodat wij eeuwig daar mogen zijn waar Hij is. In Gods Koninkrijk waar een feestmaal gereed staat. De weg naar dit Koninkrijk is door Hem zelf gelegd. Die weg is Jezus Christus. Wie in Hem gelooft en Hem volgt, is nooit meer alleen.

In Mekka staat de Ka’aba. Tijdens de Hadj lopen moslims hier zevenmaal omheen. Tegen de klok in en telkens wijzend op een zwarte steen die in de zogenaamde Jemenitische hoek ligt. De zuidoostelijke hoek van de Ka’aba. Zoals de naam al vermoed is de ongeveer 30 cm grote steen zwart. Volgens overlevering was de steen, die uit de hemel is gekomen, oorspronkelijk wit. Zelfs witter dan wit. Door de zonde van de mens is de steen zwart geworden.

Dit alles doet mij op meerdere punten denken aan de Heere Jezus, die in de Koran Isa genoemd wordt.

Binnen het christelijk geloof wordt beleden dat Jezus de Zoon van God is en uit de hemel is gekomen. Hij was zonder zonde en hoewel Hij verzocht is geweest, heeft Hij niet gezondigd. Wel is Hij tot zonde gemaakt, omdat Hij de zonde van de wereld op Zich genomen heeft. Hij die aan God gelijk was en witter dan wit was is zwart gemaakt door de zonden die de mens bedreven heeft.

Van de zwarte steen in de Ka’aba wordt gezegd dat het zonden kan wegnemen en op de Dag van het oordeel zal getuigen voor hen die de steen hebben aangeraakt. Van Jezus mag beleden worden dat Hij de zonde wegneemt, omdat Hij die op Zich genomen heeft, maar ook dat Hij de zonden vergeeft van allen die het heil van Hem verwachten. Op de Dag van het Laatste Oordeel zal Jezus genade schenken aan alle mensen die in Hem geloven.
Hiervoor heeft de Heere Jezus de zonden van de wereld op Zich genomen en hiervoor is Hij gestorven aan het kruis van Golgotha. De straf voor de zonde heeft Hij gedragen. Tegelijk is Hij machtiger gebleken dan de dood. Op de derde dag is Hij opgestaan uit het graf en na veertig dagen is Hij teruggekeerd naar Zijn Vader in de hemel. Vandaar zal Hij komen om te oordelen de levenden en de doden.

En dan zal Hij aan de gelovigen een witte steen geven met op die steen een nieuwe naam geschreven, die niemand kent dan wie hem ontvangt. Het is als het ware het toegangsbewijs voor Gods Koninkrijk van vrede en gerechtigheid. Alle reden om te streven naar het ontvangen van deze witte steen. Het kan door te knielen aan de voet van het kruis van Christus, na bekering de zonde te belijden en van Hem het eeuwig heil te verwachten.