Ten tijde van de Franse revolutie in 1789 kwam de leus ‘vrijheid, gelijkheid en broederschap’ in gebruik. Waarschijnlijk als een van de vele leuzen die rond gingen. In 1791 werd de leus opgenomen in de Franse grondwet. Toch raakte de leus in de vergetelheid. De februari-revolutie van 1948 onttrok de leus hier aan. Het werd het motto van de derde Franse republiek en de lijfspreuk van Frankrijk. Naast Frankrijk is het ook het motto van Haïti.
Wat is er van die spreuk geworden?
Wanneer we kijken naar vrijheid, dan moeten we concluderen dat de individuele vrijheid van een mens in West-Europa nog nooit zo groot is geweest. De mens is vrij en kent bijvoorbeeld vrijheid van meningsuiting, vrijheid van godsdienst. De vrijheid is zover doorgetrokken dat het individualisme prioriteit is. Het wezen van een individu is heilig.
Wanneer we het tweede woord er uit pikken, dan is de conclusie overeenstemmend. Gelijkheid is heilig. Onderscheid maken in gelijke situaties is uit de boze. Duidelijk is niet gebleken bij de afschaffing van de enkele feit-constructie in april van dit jaar. Man of vrouw, homo of hetro mag niet bepalend zijn. Iets dat evenzeer geldt voor ras en godsdienst.
Van twee van de drie begrippen kunnen we al zeggen dat zij bepalend zijn geworden in onze huidige maatschappij. Hoe zit dit met de laatste van de drie begrippen; broederschap?
Sinds de troonrede van 17 september 2013 doet de term Participatiesamenleving opgeld. Het is een term waarmee aangegeven wordt dat de verzorgingsstaat voorbij is en ieder verantwoordelijkheid moet nemen voor het eigen leven en de omgeving. Het geeft aan dat de overheid zich terugtrekt of slechts een faciliterende rol speelt.
De reden voor deze omslag is het onbetaalbaar worden van de verzorgingsstaat. Het fundament van deze omslag zal de broederschap moeten zijn. Wanneer dit derde begrip op een gelijk manier ingang heeft gevonden in de samenleving, als de andere twee begrippen, dan hoeft er geen ongerustheid te zijn. Want in een samenleving waarin niet alleen vrijheid en gelijkheid het doen en laten bepalen, maar ook broederschap, zal iedereen verantwoordelijkheid nemen voor het eigen leven en voor de omgeving.
Maar de praktijk is niet zo. Laat ik niet iedereen over één kan scheren. Velen zijn betrokken bij mantelzorg van gezinsleden, familieleden, buren of anderen. Daarnaast zijn velen actief als vrijwilliger bij sportverenigingen, muziekverenigingen of andere maatschappelijke organisaties, zoals de kerk. Ook blijkt de Nederlander nog steeds veel te geven aan goede doelen. Toch is hier een kentering gaande. Zo willen loterijen niet 50%, maar slechts 40% afstaan aan goede doelen. Het betekent, dat het merendeel opgaat aan de eigen organisatie en aan prijzengeld. Dit past niet bij een participatiesamenleving. Hier geldt het eigenbelang. Iets dat we volop tegenkomen in de huidige maatschappij. De ander gaat niet voorop, maar ook niet gelijk mee. Broederschap zou toch moeten betekenen om de ander even lief te hebben als jezelf? Broederschap zou in feite de drijfveer moeten zijn van vrijheid en gelijkheid. Maar de vrijheid van een ander is om de eigen vrijheid te waarborgen. Daarbij lijkt het wijzen op gelijkheid voor bedoelt om het eigen gelijk voor op te stellen.
Het derde begrip uit de Franse revolutie is dus niet zo ingeburgerd als de eerste twee. De broederschap is ondergesneeuwd. Misschien wel door het geschreeuw om vrijheid en gelijkheid. Wanneer de overheid dan pleit voor een participatiesamenleving, dan stelt zij een omslag voor die geen basis heeft. Een mislukking staat voor de boeg en over een aantal jaren zal massaal opgeroepen worden om ingrijpen van de overheid op talloze terreinen.
Tenzij de kerk de plaats inneemt die zij eeuwen ingenomen heeft. Hierbij denk ik aan de diaconessenhuizen en de vele zorginstellingen voor ouderen en voor mensen met een lichamelijke en/of verstandelijke beperking die in het verleden zijn opgericht door de kerk of door aan de kerk gelieerde organisaties. Zou dit vandaag de dag ook kunnen? Plaatselijk en/of landelijk het gat vullen dat de overheid laat vallen. Ik zie gelukkig allerlei regionale diaconale overleggen ontstaan met betrekking tot de WMO en bijvoorbeeld schuldhulpmaatje. Dat is meer dan goed en mag gerust uitgebreid worden.
Tegelijk is het nodig dat los van de diaconie de kerkelijke gemeente laat zien wat broederschap is. Christelijke naaste liefde. Er zijn voor mensen die hulp nodig hebben. Want wat zijn er veel mensen die hulp nodig hebben. Dan kunnen we denken aan asielzoekers die met niets in ons land aankomen en vaak heel lang in afwachting zijn van een verblijfsvergunning of aan afgewezen asielzoekers die soms letterlijk geen kant op kunnen. Maar ook aan vele anderen in het dorp, de wijk of de stad die heel hard hulp nodig hebben. Omdat het financieel niet bol te werken is. Omdat het lichamelijk of geestelijk niet meer gaat.
Oorzaken kunnen heel divers zijn en er moet opgepast worden dat mensen misbruik maken van aangeboden hulp. Maar laten we niet te snel oordelen. Het oordeel past ons ook niet. Laten we als christelijke gemeenschap aan de samenleving en de overheid tonen wat broederschap is en dat vrijheid en gelijkheid dan meer voorstellen dan nu.
Vrijheid en gelijkheid stellen trouwens pas echt wat voor wanneer mensen de vrijheid van Christus kennen en weten dat er bij de Heere God geen aanziens des persoons is. Vanuit deze geloofskennis mag de kerk hulpverlenen en is het haar roeping om het Evangelie van Jezus Christus te verkondigen. Waarbij het niet de bedoeling is dat het Evangelie met de geboden hulp gelijk door de strot geduwd wordt of dat hulp afhankelijk is van kerkgang. De hulp die geboden wordt, zal geboden moeten worden vanuit naaste liefde. Waarbij er natuurlijk de hoop en het gebed er mag zijn dat mensen door de ontvangen naaste liefde de liefde van God in Christus Jezus leren kennen en aannemen.
Te midden van een participatiesamenleving is het dus goed wanneer we als kerk invullen wat na de Franse revolutie is blijven liggen en nu door de overheid afgeschoven wordt en wat in het verleden altijd al door de kerk is opgepakt en waartoe de Heere Jezus ons al de weg gewezen heeft in de gelijkenis van de Barmhartige Samaritaan. Broederschap. Want ik ben de hoeder van mijn broer.
Bronnen:
Participatiesamenleving, geraadpleegd op 1 november 2014 via http://nl.m.wikipedia.org/wiki/Participatiesamenleving
Vermeulen: Participatiesamenleving biedt kans aan orthodoxen, geraadpleegd op 1 november 2014 via http://www.refdag.nl/nieuws/politiek/vermeulen_participatiesamenleving_biedt_kans_aan_orthodoxen_1_866255
Vrijheid, gelijkheid en broederschap, geraadpleegd op 1 november 2014 via http://nl.m.wikipedia.org/wiki/Vrijheid,_gelijkheid_en_broederschap