Bent u er in uw hart van overtuigd dat u wettig door Gods gemeente en daarom door God Zelf tot deze heilige dienst geroepen bent?

 

Mooie en rijke woorden zijn dit. Ze komen uit het formulier voor de bevestiging of verbintenis van een predikant. Woorden die allereerst het hart aanspreken. Predikant worden of bevestigd worden in een andere gemeente is meer dan een zakelijke overweging. Het gaat er om dat de predikant in het hart overtuigd is tot deze heilige dienst geroepen te zijn op een wettige manier door Gods gemeente en daarom door God Zelf.

Dit is nogal wat. Het laat zien dat predikant-zijn van een andere orde is. Je kiest er niet zelf voor. Op een wettige wijze door Gods gemeente en daarom door God Zelf geroepen en hiervan in het hart overtuigd. Nu zal de overtuiging bij de een sterker zijn dan bij de ander en de ene keer ook duidelijker dan een andere keer, maar iedere predikant zal het besef kennen, dat de roep van Gods gemeente en daarmee van God Zelf bepalend is geweest om het beroep aan te nemen.

 

Dit alles is heel existentieel en daarmee maakt het de predikant ook kwetsbaar. Ik denk aan degene die zich geroepen voelde om theologie te gaan studeren, alles afgerond heeft en toegelaten is, maar nooit verder komt dan proponent. Geen enkele gemeente doet de roep uitgaan en het komt nooit tot de bevestiging tot predikant. Ik denk aan die predikant die eens bevestigd mocht worden, maar nooit meer een beroep heeft ontvangen.

 

Toen ik zelf bevestigd werd als predikant, is tegen mij gezegd, dat dit de eerste, maar ook de laatste gemeente kon zijn. Iets wat ik besefte, maar tegelijk ging ik er niet vanuit. Maar hoe is het wanneer dit wel het geval blijkt te zijn? Of voor een predikant, die wel een tweede standplaats mocht krijgen, maar daarna nooit meer een hoorcommissie gesproken heeft? Je kunt als predikant je instellen op de gedachte ik zal deze gemeente blijven dienen tot mijn emeritaat, want blijkbaar ben ik geroepen om hier te blijven arbeiden. Maar wat als de gemeente of enkelen uit de gemeente hier anders over denken. Het zijn niet weinigen predikanten die zelf en in de gemeente opmerken dat het goed is om van standplaats te wisselen, maar hiertoe geen mogelijkheid hebben.

 

Het waarom is niet simpel te beantwoorden door te zeggen dat ze geen beroep krijgen. Want waarom komt dat beroep er niet? Zijn ze te oud? Boven de 45 jaar. Zijn ze te jong? Onder de 62 jaar. Zijn ze te weinig communicatief. Of te weinig aansprekend. Of te weinig ….. Of roept God ze niet? Maar het lijkt me toch ook niet naar Gods wil dat een predikant op de duur losgemaakt wordt van de gemeente. Wat een ellende. Niet alleen voor de predikant en het gezin, maar ook voor de gemeente. Dan is het allemaal niet meer zo geestelijk als het bij de bevestiging geklonken heeft.

Dit lijkt me dus niet juist. Daarom ligt de oplossing van dit alles ook niet in een kerkordelijke wijziging en het bieden van de mogelijkheid om naar 12 jaar in onderling goed overleg uit elkaar te gaan. Gemeenten en beroepingscommissie zullen antwoord moeten geven op de vraag waarom bepaalde predikanten bewust over worden geslagen. Is in het gebed duidelijk gekregen dat bepaalde predikanten niet beroepen moeten worden? Of was het vooral een verstandelijke beslissing en was het hart er niet bij betrokken.

De predikant behoort in het hart overtuigd te zijn. Laten gemeenten en beroepingscommissie dit ook ter harte nemen. Het kan niet zo zijn, dat de Heere geroepen heeft tot het ambt van predikant en daarna de geroepen predikant aan het lot overlaat. Laat daarom telkens weer de vraag in gebed gesteld mogen worden: “Heere, wie wilt U dat geroepen wordt om bevestigd te worden als predikant aan onze gemeente?”

De kerkredactie van het Reformatorische Dagblad plaatste donderdag 25 januari een artikel met als titel: “Duitse predikant Beile: Liberalen en evangelicalen bevinden zich op verschillende planeten“. Het artikel bleef hangen en ik vroeg op op Twitter af of dit ook in Nederland herkenbaar is. Dit bracht mij gedachten niet in rustig vaarwater. Want hoe komt Markus Beile aan zijn opmerking? Hoewel ik het Reformatorisch Dagblad niet van nepnieuws verdenk, leek het mij goed eerst om het oorspronkelijke Duitse artikel in het Deutsches Pfarrerblatt op te zoeken en te lezen. Conclusie trekken uit een krantenartikel zonder het origineel bestudeerd te hebben past niet.

 

Markus Beile begint zijn artikel met het feitelijke gegeven dat in 2016 bijna 200.00 mensen een van de evangelischen Landeskirchen heeft verlaten. Wat voor hem ook feitelijk is, is het zwijgen hierover. Waarom wordt er geen denktank opgericht om de leegloop te stoppen en het tij te keren? Hij ziet dat er in de kerk niet gepraat wordt over kernpunten. De oorzaak ligt voor hem in het gegeven dat er slechts oppervlakkig dezelfde taal gesproken wordt.

Om zijn punt duidelijk te maken, schetst hij de verschillende theologieën in de kerk. Hij begint met de traditionele theologie die vandaag de dag in de door Karl Barth gestempelde kerken te vinden is. De kern is dat God zich geopenbaard heeft in Jezus Christus. Dit verkondigd de Bijbel die ook Woord van God genoemd kan worden. Tegelijk wordt de Bijbel in haar tijd verstaan en worden er geen directe ethisch-sociale uitdagingen afgeleid.

Aansluitend behandelt hij de Evangelische theologie. Er zijn duidelijke verbindingen met de traditionele theologie, maar ook een groot verschil. De Evangelische theologie gaat er namelijk vanuit dat de Bijbel wel maatgevende elementen bevat voor de huidige tijd. Het gaat om het aannemen van de redding die Jezus Christus aanbiedt. Een redding die ook verworpen kan worden, maar dit heeft consequenties.

Een derde theologie die Beile tegenkomt in zijn kerk is de liberale theologie. Een theologie die zich duidelijk onderscheid van de traditionele theologie. Ze verwerpt de openbaringstheologie omdat deze de open dialoog met de wetenschap en andere religie belemmert. Deze dialoog is noodzakelijk omdat de waarheid niet alleen in het christendom te vinden is. Daarbij is religiositeit eerder een antropologisch fenomeen.

Tot slot onderscheid Markus Beile de seculiere theologie. Jezus Christus is wel het centrum van de theologie, maar tegelijk moet alle transcendente worden ontmanteld. Hij koppelt de naam van Dorothe Sölle aan deze seculiere theologie. Een theologie die gerust verbonden kan worden met het woord ontmythologiseren en dan kan ook de naam van Rudolf Bultmann er aan gehangen worden.

 

Door deze geheel verschillende manieren waarop mensen in de kerk staan wordt uit verschillende theologische basisopvattingen geredeneerd en komt men niet tot het verstaan van elkaar. Zo komt hij aan de gedachte dat men op verschillende planeten leeft. In de praktijk heeft dit vier consequenties. Het eerste gevolg is dat er slechts oppervlakkig gediscussieerd wordt. Daarnaast verschuilen mensen zich achter standaardzinnen. Als derde gevolg noemt Beile de mogelijkheid dat er van alles iets gepakt wordt en een compromistheologie gecreëerd wordt. Een laatste gevolg is dat het verleden verheerlijk wordt. Hierbij verwijst hij naar het Lutherjaar dat hij ziet als een gemiste kans. Het was uitermate goed geweest om in het Lutherjaar te spreken over de urgente problemen.

Maar hoe nu verder. Markus Beile ziet geen heil in de zwijgcultuur. Maar als er over zaken gesproken moet worden, zoals de vraag of homoseksuele mensen kerkelijk gezegend mogen worden, dan blijft de kerk daar mee worstelen en komt niet verder. Het breekt alleen de kerk maar af. Maar de keuze om een duidelijke theologische positie te kiezen ziet hij ook niet zitten. Dat zal de kerk doen breken. Hierom komt hij uit bij het Amerikaanse model van kerkverbanden. Meerdere kerken die naast elkaar bestaan en zich duidelijke positioneren.

 

Nu is dit een model dat wij in Nederland kennen. Het bevreemdt mij dan ook dat Beile naar Amerika kijkt en niet naar het kleine westelijk gelegen buurland. Tegelijk is de grootste protestantse kerk in Nederland een conglomeratie van zeer uiteenlopende theologieën. De situatie die Beile schetst is dan ook zeer herkenbaar. De laatst gehouden synodevergadering van de Protestantse Kerk in Nederland waar het inzegenen van andere levensverbintenissen dan het huwelijk tussen één man en één vrouw ter sprake kwam, is hier een voorbeeld van. Meer dan regelmatig scheurt en botst het in de synode, op de classes en in de werkgemeenschappen. Terwijl de één belijdt, dat het met de Bijbel meer gaat om het verhaal dan om de moraal omdat alles wat van boven gezegd wordt van beneden komt, wil een ander alle ethische standpunten alleen baseren op de Bijbel als Gods onfeilbaar woord. Het Woord van Hem die beleden wordt als persoonlijk en drie-enig God, Vader, Zoon en Heilige Geest, en waarvan door anderen gezegd wordt dat hij niet bestaat of moeder genoemd wordt.

Wie dit alles op een rijtje zet die kan niet anders dan concluderen dat het onmogelijk is dat de Protestantse Kerk in Nederland met één mond belijdend kan spreken. De bespreking van het rapport ‘Brandpunten in de verkondiging’ is hier een bewijs van. De Protestantse Kerk in Nederland is geen belijdende kerk. Het is een instituut van mensen die iets met Jezus hebben. Als ik het zo op schrijf dan lijkt dit heel mooi. Geweldig toch dat mensen iets met Jezus hebben. Zeker. Maar met welke Jezus? In de afgelopen 2000 jaar kerkgeschiedenis is er veel over Jezus gezegd en geschreven en de kerk heeft vele zaken weggezet als ketterij. Kies ik er dan voor om in tegenstelling tot Markus Beile wel één theologie centraal te stellen? Die neiging kan ik haast niet onderdrukken. Tegelijk ben ik dankbaar voor de breedte die in de kerk aanwezig is. Maar dit betekent mijns inziens niets dat die breedte alsmaar opgerekt kan worden. De vrijzinnigheid hoort net als de orthodoxie bij de kerk, maar er zijn grenzen. Sinds de synode van Dordrecht werden die bepaald door de Drie formulieren van enigheid. Hier is allang geen overeenstemming meer over. Maar het basale als de apostolische geloofsbelijdenis staat ook onder kritiek. Of we moeten er mee kunnen leven dat de een het letterlijk belijdt en de ander slechts spiritueel. Dit laatste vind ik meer dan lastig. Want het gaat mij om Jezus Christus en Die gekruisigd. Dit is de kern van het christelijke geloof en behoort de kern te zijn van de kerk. Wie niet belijdt dat Jezus Gods Zoon is die op de aarde kwam en als het Lam van God voor de zonde van wereld gestorven is aan het kruis en na drie dagen waarlijk opgestaan is uit het graf, die kan misschien een plek vinden in de Protestantse Kerk in Nederland, maar vindt geen aansluiting bij de Kerk van Christus.

 

31 oktober is het zover. Door Refo500 en vele anderen is er een jaar lang naar toegeleefd. De dag waarop het 500 jaar geleden is dat de monnik Maarten Luther volgens de traditie 95 stelling heeft gespijkerd op de deur van de slotkerk in Wittenberg. Wat de gevolgen daarvan zouden worden heeft hij niet overzien. Hij wilde slechts de kerk hervormen en meende de paus aan zijn kant te hebben. Pas later kreeg Luther de uitwerking door.

De gevolgen zijn immens gewenst. Voor hem zelf en voor de kerk in West-Europa. Zijn leven werd een rollercoaster, zoals we dit tegenwoordig noemen. Meer dan hectisch. Overal moest hij verantwoording afleggen. Maar iets herroepen deed hij niet. “Hier sta ik. Ik kan niet anders”. Het maakte Luther de ban opgelegd kreeg. Uit de kerk gezet. Maar omdat Luther het kerk zijn voortzette, ontstond de Lutherse kerk. De kerk van de reformatie.

 

Protestantse kerk

Een manier van kerk zijn die bijval kreeg. Zwingli, Calvijn en anderen volgden het spoor van Luther. Zo ontstond er in Europa de protestantse kerk, waarbij de ene kerk wat meer voortborduurde op Luther en de ander op Calvijn. Het was een kerk, of kan ik beter zeggen het waren kerken die verrezen naast of in plaats van de Rooms Katholieke. De ene kerk van Christus was in Europa gedeeld. Een deling die zich vooral in Nederland vele malen voortzette tot op de dag van vandaag toe. Hoewel het ontstaan van de Protestantse Kerk in Nederland en de gesprekken tussen de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt en de Nederlandse Gereformeerde kerken ook een andere tendens laten zien.

 

Aandacht reformatie misplaatst?

Wie het kerkelijk landschap in Nederland tot zich neemt, die wordt daar niet vrolijk van. De kerk is gedeeld en verdeeld. Zelfs waar eenheid is, is de eenheid vaak ver te zoeken. Was de reformatie eigenlijk wel zo geweldig dat het gepast is om er zoveel aandacht aan te besteden? Zijn al die Lutheravonden en Lutherreizen niet misplaatst?

Het lijkt me goed om te beseffen dat Luther een groot misverstand had ontdekt in de Rooms Katholieke kerk. Het kopen van een aflaat, maakt niet dat een ziel de hemel inspringt. Het is door geloof alleen. Wat is het heilzaam wanneer in de kerk iemand opstaat en de boel wakker schudt. Dit is geen mensenwerk. De kerk was juist mensenwerk geworden omdat Gods Woord niet recht verkondigd werd.

Dat Luther met de ban geslagen werd en niet naar hem geluisterd werd, was ook mensenwerk. De eenheid van de kerk was in Europa bewaard gebleven, wanneer de kerk dwalingen had tegengesproken en hervormingen had doorgevoerd. Maar menselijk handelen belette deze noodzakelijke bekering met het ontstaan van de protestantse kerk als gevolg. Menselijk handelen dat Gods handelen tegenwerkte.

 

Sola scriptura

Dit laatste is van alle tijden en plaatsen. Zoals ik in deze column, menen we telkens het gelijk aan onze kant te hebben. De ander zit fout. Nederigheid zit niet in onze genen. Ondanks dat de Heere ons oproept om de andere hoger te achten dan jezelf. Dit alles leert dat wij en de kerk in het geheel steeds opnieuw hervormd moet worden. De ballast weg en teruggebracht op het Woord van God alleen, dat in Jezus Christus vlees is geworden. Daarom zullen we net als Luther moeten blijven kloppen op de Bijbeltekst en de Geest niet uitdoven maar alle ruimte geen om het Woord van God te laten klinken in de kerk van vandaag. Hopelijk vinden we dan over kerkmuren heen de eenheid van broeders en zusters in het geloof.

Grote pakketten papier bevatten de ordinantiewijzigingen die nodig zijn om Kerk2025 verder uit te rollen. In eerste lezing heeft de synode van de Protestantse Kerk in Nederland de voorstellen al aangenomen. Nu zijn de classes aan het woord om te considereren (overwegen). Daarna is het woord weer aan de synode om in tweede lezing erover te besluiten. Wordt het ongewijzigd aangenomen of vinden er wijzigingen plaats of zijn de overwegingen van de classes zo overtuigend dat het in tweede lezing verworpen wordt. 22 september weten we meer.

 

Tot die tijd is het goed om het rapport ‘Kerk 2025: Waar een Woord is, is een weg’ weer eens ter hand te nemen. Want er is iets

wonderlijks aan de hand. Het rapport dat dr. Arjan Plaisier geschreven heeft, bestaat uit twee gedeelten. Deel II gaat over de inrichting van de kerk. Over waar het naar toe gaat. Zo wordt gesproken over het DNA van de Protestantse Kerk en dat het anders verder moet de organisatie moet op de schop. Dit is waar kerkenraden en classes nu over aan het nadenken zijn. Dit sluit dus volledig aan bij het rapport.

 

Maar het rapport heeft twee delen!

 

Deel I gaat over de kern van het kerk zijn. Waar het op aankomt. Er wordt een pleidooi gevoerd voor Back to the Basics. Dit is sterk gekoppeld aan het voorwoord dat gebaseerd is op Marcus 6:7-9. In de geschiedenis die hier beschreven staat zendt de Heere Jezus de discipelen twee aan twee uit om te prediken en op te roepen tot bekering, om te onderwijzen en om zieken te genezen en onreine geesten uit te drijven. Bij dit alles zegt Hij dat de discipelen niets mee mogen nemen dan een staf en sandalen voor onderweg. Plaisier stelt hierbij de vraag: “Wat is nu nodig?” Hij wil relevant kerk zijn.

In het verdere van het rapport wordt dit verder uitgewerkt en de ordinantiewijzigingen zijn hier weer een verdere uitwerking van. Maar dat is maar de helft. Back to the Basics is niet alleen een (noodzakelijke) reorganisatie. Het is ook teruggaan tot de kern van het Evangelie van Jezus Christus. Iets dat de apostel Paulus krachtig samengevat heeft in 1 Korinthe 2:2.

Want ik had mij voorgenomen niets anders onder u te weten dan Jezus Christus, en Die gekruisigd.

Waarom hoor ik in het verdere van Kerk2025 hier niets meer over? We spreken over de noodzakelijkheid van een kerkelijke reorganisatie, maar niet over de noodzaak van de kerk en de kern van kerk-zijn. Waar gaat het mis in Kerk2025? Hoe kan de kern van het kerk-zijn gespreksonderwerp worden en de de reorganisatie weer de bijzaak? Laten we op de synode en in de classes, de werkgemeenschappen en kerkenraden daarover met elkaar spreken. Straks begint de lijdenstijd en gaan we op weg naar Goede Vrijdag; Jezus Christus en Die gekruisigd. Na Pasen was dit het gespreksonderwerp van de Emmaüsgangers en de Man die bij hen liep. De gekruisigde en opgestane Heere en Heiland.

Wanneer de kerk over Zijn lijden en sterven komt te spreken, dan zal de Opgestane meelopen en het zal de kerk tot zegen zijn.

 

 

Een eerdere blog, die vooral organisatorisch gericht is, is hier te lezen

Op 15 juni 1520 werd er vanuit de Rooms katholieke kerk een banbul vastgesteld. De officiële publicatie was 24 juli. Het is de dag waarop de bul aan de Sint-Pieter aangeslagen werd. Pas begin oktober kreeg de persoon tegen wie de bul gericht was, deze te lezen. Het betrof de monnik Maarten Luther. Woonachtig te Wittenberg. Met zijn 95 stellingen die hij op 31 oktober 1517 geslagen had op de deur van de slotkerk in Wittenberg bracht hij een beweging opgang die ertoe leidde, dat hij al zijn boeken moest verwerpen. Iets dat hij niet deed. Het maakte dat de Rooms Katholieke Kerk de ban over hem uitsprak.

Zo nu en dan stelt iemand de vraag of Rome deze ban niet kan opheffen. Onder andere in 1971 door vertegenwoordigers van Rooms-katholieken. Dr. Hans Küng was 5 jaar eerder al van mening dat de ban kon worden opgeheven. Frappant is dat er toen over gesproken werd, terwijl 12 jaar later dit gesprek niet meer gevoerd hoefde te worden. Volgens kardinaal Joseph Ratzinger is de ban met de dood van Luther tot een einde gekomen. Onlangs heeft Hendro Munsterman deze woorden van Paus Bedenictus  XVI bevestigd. Tijdens de jaarlijkse Oecumenelezing op vrijdag 13 januari in Utrecht zegt hij volgens het Reformatorisch Dagblad dat Luthers excommunicate inmiddels is opgeheven. „Dat gebeurt namelijk automatisch als iemand overlijdt. Als Hans Küng in interviews oproept om in het Lutherjaar de excommunicatie van Luther op te heffen, dan slaat hij de plank volledig mis. Dat kan niet eens. Nee, Luther is een allereerst medegedoopte. In diezelfde doop zijn wij reeds verenigd in Christus, ook al is de kerkelijke gemeenschap nog niet volledig.”

Oftewel geen gezeur meer over het opheffen van de banbul.

Maar toch wil ik hier nog een woord aan wijden. De bul die Luther ontving heeft officieel: Bulla contra errores Martini Lutheri et sequacium. In het laatste woord zit het. De bul is gericht tegen de fouten van Maarten Luther en zijn volgelingen. Hieronder verstaan we hen die in 1520 de leer van Luther aanhingen. Maar moeten we hieronder ook niet hen verstaan die later de lijn van Luther gevolgd zijn? Zijn alle Lutheranen en ook al de calvinisten en Zwinglianen hier niet bij inbegrepen. Geldt de bul niet voor alle protestanten?

Wanneer er ooit sprake wil zijn van oecumene dan zal hier toch overeenstemming over moeten zijn. Of van protestantse zijde zal de protestantse theologie herroepen moeten worden en betiteld moeten worden als een dwaling. Of van Rooms-katholieke zijde zal de ban opgeheven moeten worden en zal hiermee uitgesproken worden dat de leer van Luther geen dwaling was. Het is toch van het één of van het ander. Of misschien is er een tussenweg. Al lijkt het mij niet eenvoudig die te vinden. Hopelijk vind ik wel iemand die zijn licht kan werpen of de ban nog steeds geldt voor de volgelingen van Maarten Luther.

 

Hendro Munsterman schreef het volgende over Trente en wat gelezen kan worden als een antwoord op de gestelde vraag.

Wat moeten we toch met het concilie van Trente? (uitgebreide versie)