Collegapredikanten stellen vast dat het regelen van preekbeurten uit de hand is gelopen. Om dit beter te reguleren, stellen zes collegapredikanten voor om de septemberlijst nieuw leven in te blazen. Op deze manier hopen zij te voorkomen dat we te vroeg worden gebeld. Een goed initiatief?
Het invullen van het preekrooster 2026 heb ik dit jaar evenals vorig jaar beperkt tot de zondagen waarop ik in eigen gemeente voorga. De zondagen waarop ik niet in eigen gemeente voorga, zijn geheel leeg gebleven. Dit vanuit de zienswijze dat de tijd niet in mijn hand is en dat ik mezelf, bij leven en welzijn, altijd beschikbaar kan stellen om voor te gaan. Daarbij heb ik de zondagen gevuld met preekbeurten in gemeenten die in de buurt liggen. Dit doe ik vanuit de gedachte dat er geen sprake is van zondagsrust wanneer ik zondag aan zondag vele kilometers afleg om elders voor te gaan. Al besef ik dat afstanden in het westen van Nederland van een andere orde zijn dan bijvoorbeeld in het noorden van ons land.
Voordat ik in ga op de septemberlijst, eerst even terug naar 2025. Voor mij staat dit jaar in het teken van afscheid nemen van de huidige hervormde gemeente in Giessenburg en de overgang naar de hervormde gemeente van Garderen. Wat heeft dit tot gevolg voor de zondagen in mijn agenda? Het betekent dat mijn preekrooster, dat ik eind 2023 samen met de preekvoorziener en mijn collega heb ingevuld, voor meer dan de helft weggegooid kon worden. Mijn vertrek betekent voor mijn collega om enkele diensten te wisselen. Voor de preekvoorziener betekent het dat hij voorgangers mag zoeken voor diensten waarvan we eerder afgesproken hadden, dat ik daarin zou voorgaan. Inmiddels is hij hierin geslaagd.
Dit laatste is nagenoeg altijd het geval wanneer een predikant een gemeente verlaat vanwege een beroep of vanwege emeritaat. De zondagen in de zomer zijn lastig, maar veelal worden de opengevallen gaten opgevuld. In de meeste situaties is vertrekt een predikant die een beroep heeft aangenomen na ongeveer drie maanden. In die korte perioden zijn preekvoorzieners in staat om de open gevallen gaten in te vullen. Dit geldt zowel voor het resterende jaar, als het volgende jaar.
Het lijkt ons te zeggen dat het niet nodig is om de zondagse erediensten een jaar tot twee jaar van tevoren al ingevuld te hebben. Het lukt binnen drie maanden. Hierbij aansluitend is het afspreken van preekbeurten in de tweede helft van september geen vreemd idee. Preekvoorzieners en predikanten zijn dit al gewend wanneer er een beroep wordt aangenomen.
Tot mijn vreugde worden bij de poging om de septemberlijst opnieuw leven in te blazen beide groepen meegenomen. Het begint wel bij het vinden van draagvlak onder predikanten. Wanneer die er is, worden ook kerkenraden en hiermee preekvoorzieners benaderd om aan de septemberlijst mee te doen.
Voor mij is dit een wezenlijk punt. Een afspraak van alleen predikanten is namelijk slechts één kant van de zaak en hiermee geen afspraak. Voor een afspraak heb je er immers twee nodig. Voor het slagen van de septemberlijst zal het initiatief breder gedragen moeten worden. Zeker omdat sommige preekvoorzieners zo aanhoudend kunnen zijn, dat een predikant eenvoudig toegeeft en een preekbeurt afspreekt. En ook omdat sommige predikanten zo graag in bepaalde gemeenten voor willen gaan, dan zij zelfs zonder aandringen van harte een beurt afspreken.
Het stemde mij dan ook vreugdevol toen ik op oudejaarsdag een e-mail kreeg van de preekvoorziener van de hervormde gemeente van Lexmond. Ik las het volgende in zijn mail.
Met de komst van ds. Mijderwijk naar Lexmond zal het aantal preekbeurten dat voor 2026 afgesproken moet worden aanzienlijk minder zijn.
Mede door uw inzet en betrokkenheid, heeft in de vacaturetijd, elke zondag weer, 2 keer een voorganger op de kansel in Lexmond gestaan.
Het was soms een ‘narrow escape’, maar in dankbaarheid mag ik zeggen dat we in geen enkele dienst een voorganger hebben gemist.
Daar wil ik u allen heel hartelijk voor bedanken.
De afgelopen 2 jaar hebben me geleerd dat een niet zo dichtgetimmerd rooster en meer leven met; ‘de Heere zal erin voorzien’ rust hebben gegeven. Niet een zorgeloos leven, maar een zorgende betrokkenheid.
Zo’n niet zo strak gepland rooster heeft ook ruimte gegeven om regelmatig voorgangers uit te nodigen die hier niet eerder, of lang geleden, zijn geweest. Ik heb mogen ervaren dat dat door de gemeente is gewaardeerd.
Dit overdenkend en overwegend heb ik het voornemen om op de befaamde 2e januari niet aan de traditionele belronde deel te nemen.
Dat ik u niet zal benaderen voor een dienst in Lexmond in 2026 heeft dus volstrekt niets te maken met ‘meer of minder waarderen’.
Ik hoop van harte dat u uw ‘vrije beurten’ op preekbeurtenzoeker.nl wilt (blijven) opgeven zodat preekbeurtenvoorzieners contact met u op kunnen nemen als er een voorganger voor een dienst gezocht moet worden.
Nogmaals dank, dank, hartelijk dank dat u in de voorbije periode heeft bijgedragen aan de opbouw van onze gemeente.
Gods zegen in het nieuwe jaar.
Deze preekvoorziener werkt al mee met het vinden van draagvlak onder de preekvoorzieners. Hij is er van overtuigd, dat de invulling van preekbeurten niet slechts stoelt op menselijke afspraken, maar verbonden is met de voorzienigheid van de Heere God. Het welbekende Deo Volente; zo de Heere wil en wij leven.
Het is mijn hoop dat er voldoende draagkracht zal zijn om de septemberlijst weer een nieuwe start te geven. Draagkracht onder predikanten en kerkenraden. Voor mij betekent dit dat ik zelf met mijn nieuwe preekvoorziener hierover in gesprek zal gaan. Hoe denkt hij hierover? Dit vraag ik vanuit de gedachte dat het vreemd is wanneer andere predikanten wel gevraagd worden om preekbeurten af te spreken, terwijl de eigen predikant het niet doet. Daarbij is het de vraag of het eigen preekrooster al vroeg gemaakt moet worden. Zou dit verschoven kunnen worden tot halverwege het jaar? Het antwoord op de vraag ligt in de mate van draagkracht van het initiatief.
Persoonlijk heb ik hier geen zicht op. Ik ben benieuwd hoe de collega’s in den lande hierover denken. Daarnaast ben ik benieuwd hoe gemeenten rondom Garderen hierover zullen denken. Mocht het voet aan de grond krijgen, dan zal ik iets meer preekbeurten invullen dan nu het geval is. Dit betreft zeker de vrije zondagen aan het begin van het jaar. Al is het goed om in de kerk onder het gehoor van een collega te zitten. Beter gezegd: om onder het Woord te zitten.