Onlangs hoorde ik dat mensen ‘s morgens aan de ontbijttafel de beste gesprekken hadden. Aanleiding was in veel gevallen de prikkelende tekst op het labeltje van het theezakje van Pickwick. Ik kijk er eigenlijk nooit op. Toch maar eens doen, terwijl het zakje aan het trekken was. Een intrigerende vraag werd mij door Pickwick gesteld. Zou je liever het verleden veranderen of de toekomst zien?

Wat zou ik liever willen?

Het verleden ken ik. Tenminste mijn verleden. Het verleden van talloze andere mensen is mij onbekend. Van het verleden van deze wereld is mij wat bekend, maar de wereld heeft zoveel geschiedenis dat ik dit onmogelijk allemaal weet. Dus als ik het verleden zou willen veranderen, moet het of iets groots zijn of iets uit mijn eigen leven of dat van mensen om mij heen.

Wat zou ik liever willen?

De toekomst is onbekend. Zowel die van mijzelf als van de mensen om mij heen. Om van de toekomst van de wereld maar niet te spreken. Zou ik die toekomst willen zien? De huidige tijd roept zo veel vragen en onzekerheden op dat ik eigenlijk wel zou willen weten hoe het verder gaat. Maar vrees voor wat de toekomst brengt, doet mij huiveren om al meer te weten dan ik nu zou kunnen weten.

Dan toch maar het verleden veranderen?

Het klinkt aanlokkelijk. Maar het roept ook onzekerheid in mij op. Want stel dat ik het verleden zou kunnen veranderen, wat zou dit dan voor gevolgen hebben? Vandaag, 27 januari, wordt de holocaust herdacht. Stel dat ik dat zou kunnen veranderen, wat voor situatie zou daar dan uit kunnen voortvloeien. Want als Adolf Hitler omgekomen was gedurende de Eerste Wereldoorlog of bij een aanslag die op hem gepleegd is. Het verleden overziend, zou ik niet weten wat dan de geschiedenis zou zijn van de afgelopen 72 jaar.

Misschien iets kleins veranderen dan?

Bij iets kleins dat veranderd wordt, hebben we het idee dat we de gevolgen kunnen overzien. Maar dat is maar zeer de vraag. Iets wat in het begin maar een klein verschil is, kan later een enorm verschil blijken te zijn. Ik zou talloze dingen in het verleden dolgraag veranderd willen hebben, zoals geen oorlog in Jemen, zodat daar nu geen hongersnood is, ik kan alleen niet overzien wat de gevolgen daarvan zijn. De verkiezingscampagne van Barack Obama in 2008 ging over change. Maar hij was gericht op veranderingen in het heden. Iets waarvan na acht jaar gezegd moet worden dat het niet echt gelukt is.

Als ik in het verleden dan al iets zou willen veranderen en waarvan ik het idee heb, dat ik de gevolgen er van kan overzien, dan betreft dit het milieu. Dan zou ik willen dat er eerder milieuvriendelijke energie beschikbaar zou zijn. Dan waren er geen kerncentrales, hadden er geen steenkolen uit Limburgse mijnen gehaald hoeven worden en geen gas uit de Groningse grond. Dan was het klimaat niet aan veranderingen onderhevig zoals dit nu het geval is.

Of zou het beter zijn wanneer er een antwoord was gevonden op het secularisatie proces en de mensen vanuit de Bijbel leerden hoe om te gaan met andere mensen. De naaste lief te hebben als zichzelf. Wat zou dit een verademing zijn in deze tijd waarin mensen elkaar uitschelden, beledigen, kwetsen en bedreigen. Een wereld waarin de liefde overheerst en niet de hang naar geld en macht.

Eigenlijk verlang ik naar het paradijs. Een nieuwe wereld zonder moeite en ellende. Zonder ziekte, zonde en dood. Dat zou een geweldig iets zijn. Maar die verandering kan ik niet bewerken. Alleen zonder die verandering durf ik de toekomst niet in te kijken. Verleden en toekomst. In een ver verleden heeft er eens een kruis op de aarde gestaan. Aan dat kruis hing een man waarvan getuigd wordt dat Hij de Zoon van God is en dat Hij gestorven is voor de zonde van de wereld. Van Hem wordt ook beleden dat Hij op de derde dag opgestaan is van de dood en leeft, nu bij Zijn Vader in de hemel, en dat Hij terug zal komen om een rijk van vrede en gerechtigheid op aarde te vestigen. Die toekomst zou ik wel willen zien.

Het wekt toch wel de aandacht, wanneer in beeld verschijnt, dat je op Twitter gevolgd wordt door een messiah. Wie of wat zit er achter het account? De naam luidt volledig Messiah Haynes. Een account uit de Verenigde Staten. De echte accountnaam is @IlikeBIGbuttand. Ik loop niet warm om dit account te volgen. Ook is er geen vermelding van een website. Wel een interessante bio. Daar lees ik: The only true wisdom is in knowing you know nothing!

Ik kon niet voorkomen om deze woorden even te overdenken. De te trekken conclusie is, dat ik volgens dit adagium nooit kan komen tot ware kennis. Want als ik weet dat ik niets weet, dan weet ik toch iets. Namelijk dat ik niets weet. Of denk ik dat ik weet dat ik niets weet, omdat ik niets weet en dus ook niet weet dat ik niets weet. Het duizelt me.

Persoonlijk kan ik meer met het idee dat hoe meer je weet, hoe meer je er achter komt, dat je niets weet. Immers, aan kennis komt geen einde. De kennis die ik heb is zo minuscuul klein met wat te weten valt, dat je eigenlijk wel kunt zeggen dat ik niets weet. Maar als deze conclusie waar is, dan ben ik dus tot ware wijsheid gekomen. Of niet?

Ik vraag me af of ik ware wijsheid in mijzelf kan vinden. Wat is de mens? Een omhooggevallen schepsel die denkt als God te zijn. Nee, echte wijsheid is alleen bij de Schepper van hemel en aarde te vinden. Zou ik ook maar iets van die wijsheid willen benaderen, dan zal ik moeten starten met het hebben van ontzag voor de Schepper. Want wie geen ontzag heeft voor de Schepper die de Wijsheid is, die zal nooit tot wijsheid komen.

Al met al een hele wijsheid. Maar dat heb ik niet van mezelf. Het is van de Schepper en ik las het in Zijn boek. De Bijbel.

 

Vanuit het bekende adagium ‘Live and let live’ kwam ik terecht bij de Britse Rockgroep 10CC. Een lp van hen heet ‘Live and let live’. Het is in 1977 uitgekomen. Benieuwd volgde ik de link naar een Wikipediapagina. Mijn oog viel op de titels van de songs die op kant 1 van de lp staan. Vooral het eerste lied trok mijn aandacht. The second setting for the last supper. Vrij vertaald zegt de titel dat het lied gaat over de tafelschikking wanneer voor de tweede keer het Laatste Avondmaal gevierd wordt.

Het Laatste Avondmaal verwijst naar een gebeurtenis uit het leven van Jezus Christus. In de Evangeliën Mattheüs, Markus, Lukas en Johannes kun je hierover lezen. Het is de laatste maaltijd die Jezus met Zijn discipelen heeft. Vlak er na zal Hij gearresteerd worden en zal Hij overgeleverd worden in de handen van de Romeinen om gekruisigd te worden. Iets dat gebeurd is rond het jaar 33. Jezus stierf aan het kruis en Zijn gestorven lichaam werd in een graf gelegd. Een graf dat bewaakt werd door Romeinse soldaten omdat er een vermoeden was dat de volgelingen van Jezus Zijn lichaam zouden stelen. Alleen deze volgelingen hielden zich angstig verborgen in een huis. Toch blijkt op de derde dag dat Zijn lichaam verdwenen is. De steen voor het graf is weggerold en het graf is leeg.

Binnen het christelijke geloof wordt geleerd dat Jezus na Zijn sterven aan het kruis op de derde dag is opgestaan van de dood. Zijn opstanding is de overwinning op de dood. Zijn sterven aan het kruis is Zijn overwinning op de zonde en de duivel. Wie in Jezus gelooft mag weten dat hij verlost is van de zonde, omdat Jezus de straf er voor gedragen heeft. Zo is een gelovige verlost van de zonde en vrijgekocht uit de macht van de duivel.

10CC geeft in het lied aan te verlangen naar een tweede laatste avondmaal. Ze verlangen vooral naar de vervulling van de beloften. Ze zien er zo weinig van en het is al bijna 2000 jaar verder. Kan Jezus niet terugkomen of is er een andere goeroe die wel de beloften kan vervullen. In ieder geval staat de tafel gereed. Ook weten ze al wie er aan moeten zitten. De arme zwarte bevolking, de zwerver en zij die door drugs omkomen.

Het lied is mij in 1977 ontgaan, maar als jong jongetje zal ik er ook niet veel van begrepen hebben. Nu herken ik het verlangen van veel mensen naar een vreedzame samenleving waar niemand op welke manier dan ook achtergesteld wordt of kapot gemaakt wordt. Daarbij moet gezegd worden dat er in de afgelopen 40 jaar nog niet veel veranderd is. Zeker in de Verenigde Staten is een groot deel van de zwarte bevolking arm. Zwervers kennen we ook nog steeds. Al denken we momenteel vooral aan de vele vluchtelingen en asielzoekers. Ook kost drugs nog regelmatig het leven van een jong mens.

Wanneer komt dat land van melk en honing? 10CC gebruikt hier een Bijbelse zegswijze voor een land dat voorspoed geeft. Het is de belofte die de Heere God aan Abraham, de aartsvader van het volk Israël gedaan heeft. Zijn nageslacht zou in het beloofde land wonen. Een land overvloeiende van melk en honing. Deze vraag doe mij denken aan 2 Petrus 3 vers 8 tot 10.

8 Maar laat vooral dit u niet ontgaan, geliefden, dat één dag bij de Heere is als duizend jaar en duizend jaar als één dag.
9 De Heere vertraagt de belofte niet (zoals sommigen dat als traagheid beschouwen), maar Hij heeft geduld met ons en wil niet dat enigen verloren gaan, maar dat allen tot bekering komen.
10 Maar de dag des Heeren zal komen als een dief in de nacht. Dan zullen de hemelen met gedruis voorbijgaan en de elementen brandend vergaan, en de aarde en de werken daarop zullen verbranden.

Petrus, die bij het Laatste Avondmaal aanwezig was, die weet dat er ook in zijn tijd al mensen waren die zich afvragen waar de vervulling van de belofte bleef. Hij merkt op dat de tijd voor God anders werkt. Eén dag bij de Heere is als duizend jaar en duizend jaar als één dag. Ook moet er niet gezegd worden dat God de vervulling van de belofte vertraagt. Hij vertraagt niet, maar heeft juist geduld. Hij heeft geduld omdat hij wil dat ook mensen die nog niet geloven in Jezus Christus dit gaan doen en daardoor behouden zullen worden door Jezus’ sterven aan het kruis en Zijn opstanding uit de dood. Toch zal eens de dag aanbreken dat Jezus terugkomt. Wanneer? Dat is aan de Heere. Maar dat die dag komt is zeker. Al het kwaad dat op aarde gevonden zal worden, zal verbrand worden. De aarde zal gezuiverd worden en een ieder die van Jezus is zal eeuwig mogen leven op de nieuwe aarde.

De afgelopen week trokken twee berichten in het bijzonder mijn aandacht. VNL die in de persoon van Jan Roos twitterde: Stop overheidsfinanciering religieus onderwijs. jan-roosDaarnaast alle media-aandacht voor de studentenvereniging Vindicat vanwege een ‘bangalijst‘. Twee onderwerpen die voor mij alles met elkaar te maken hebben en die mij terugbrengen in mijn eigen Groningse studententijd. Dan spreek ik over de jaren 1987-1996. De tijd dat er nog lang gestudeerd kon worden en veel tijd gestoken kon worden in de studentenvereniging en het daarbij behorende bestuurswerk.

Zelf woonde ik in de Oosterpoort. Door velen de mooiste wijk van Groningen genoemd. Het eerste jaar volgde ik de Academie voor Lichamelijke Opvoeding. De school stond in Groningen-Zuid, in Corpus den Hoorn. Na een jaar fietste ik niet meer naar het zuiden maar richting het Noorderplantsoen. Ik was met de ALO gestopt en begonnen aan de vooropleiding voor theologie. Twee jaar zonder studiefinanciering, maar gelukkig wel met kinderbijslag. Vanuit de Oosterpoort fietste ik meer dan regelmatig langs het gebouw van Vindicat. Een indrukwekkend gebouw naast de Martinikerk. Soms was er wat te zien, maar ‘s morgens was het er meestal stil op enkele schoonmakers na. Ik was wel benieuwd wat er binnen gebeurde. Je hoorde verhalen. Al met al imposant. Ik ben er nooit in geweest, maar andersom wel met Vindicaters te maken gehad.

Op een gegeven moment kwam er een Vindicater in het studentenhuis wonen. Prima gast. Goed contact mee. We wisselden wel eens wat uit over de studentenvereniging. Hij over Vindicat en ik over de christelijke studentenvereniging Ichthus. Op een keer is hij met twee anderen mee geweest naar een zogenaamde ‘open avond’. Deze drie Vindicaters keken hun ogen uit. Waar ze zo verbaasd over waren? Hoe de vrouwelijke en mannelijke leden met elkaar omgingen. Respectvol. Gelijkwaardig. Het was totaal anders dan zij gewend waren. Voor hen een ongekende wereld en ik hoop dat ze die avond niet vergeten zijn.

Het brengt me bij Jan Roos. Wanneer je hoort hoe mensen reageren op de ‘bangalijst’ en op de ontgroening van studenten binnen Vindicat en wanneer je ziet wat het christelijk geloof bewerkt met betrekking tot de omgang van mensen. Dan is toch het laatste wat je voorstelt om dit de nek om te draaien. Wanneer christelijk onderwijs een positieve uitwerking heeft op de wijze waarop mensen met elkaar omgaan, dan omarm je dit en neem je de Jezus-liedjes en de ‘verhaaltjes’ voor lief. Of is zijn voorstel vooral gericht op islamitisch onderwijs en moet het joodse en christelijke onderwijs hieronder leiden? Wat ook de beweegreden is van Jan Roos, laat ik hem één advies geven nu hij de politiek instapt. Pak de problemen aan en veroorzaak geen problemen door wat goed functioneert overhoop te gooien.

“Nederland heeft de laatste jaren weer vaste grond onder de voeten gekregen.” Met deze woorden begint de troonrede. Ik vind het mooie woorden omdat zij mij doen denken aan het lied ‘Een vaste grond is ons behoud’. Wat heerlijk dat Nederland vaste grond heeft gekregen. Met dankbaarheid lees ik verder. “De financieel-economische crisis ligt achter ons.” Natuurlijk ligt die achter ons. Immers, het gaat in Nederland niet langer om aardse schatten, maar om de hemelse.

2016-09-20 12:27:59 DEN HAAG - Koning Willem-Alexander leest, met aan zijn zijde koningin Maxima, de troonrede voor op Prinsjesdag aan leden van de Eerste en Tweede Kamer in de Ridderzaal. ANP ROYAL IMAGES SANDER KONING

2016-09-20 12:27:59 DEN HAAG – Koning Willem-Alexander leest, met aan zijn zijde koningin Maxima, de troonrede voor op Prinsjesdag aan leden van de Eerste en Tweede Kamer in de Ridderzaal. ANP ROYAL IMAGES SANDER KONING

Terwijl ik verder lees ontdek ik dat het wel gaat om de aardse schatten. Gezonde overheidsfinanciën en een sterke economie vormen het fundament. Er wordt zelfs over geroemd. Maar aardse schatten brengen niet alles. De troonrede spreekt van onrust en onbehagen, van zorgen maken en hechten aan het vertrouwde. Er zijn reële problemen. Tegelijk wordt sterk de nadruk gelegd op het gegeven dat wij er nu beter voor staan. Ook wordt aan elk probleem, of moet ik uitdaging zeggen, een positieve wending gegeven.

Mijn dankbaarheid verdwijnt en mijn wenkbrauwen fronsen. Ik lees over democratische waarden. Scheiding van kerk en staat, vrijheid van meningsuiting en vrijheid van godsdienst. Over gelijkheid van man en vrouw en dat er geen onderscheid gemaakt wordt op grond van ras, geloof of seksuele geaardheid. Wie in dit land wil wonen moet deze waarden respecteren en naleven.

Het zijn democratische waarden die gebaseerd zijn op de vaste grond van de economie. Is dit geen contradictie. De economie is niet stabiel en zal dit ook nooit worden. Het tekent dat ook democratische waarden fluctueren. Wat nu nog als waar gevonden kan worden, kan morgen anders zijn. De meerderheid bepaalt. Een meerderheid die kan besluiten dat geloof een privézaak is en achter de voordeur moet plaatsvinden. Het betekent het einde aan het protestants-christelijk en reformatorisch onderwijs. Zoals het ook het einde kan betekenen van vele andere verworvenheden. Het leert mij dat Nederland de vaste grond aan het verliezen is en wegzinkt in het moeras waar het zich onmogelijk uit kan trekken. Hulp zal van buiten moeten komen. Van boven.